Een kijkje achter de schermen bij slagerij Ceursters

“Geeuw… eerst koffie!”. Bij Slagerij Ceursters begint de dag steevast vroeg. Om 5 uur ’s ochtends, terwijl de wereld nog slaapt, zijn onze beenhouwers al druk in de weer. In de winkel wordt de toog klaargemaakt en ook in het atelier is er al volop bedrijvigheid: het zorgvuldig voorbereiden van onze varkens en runderen. Dinsdag en donderdag zijn onze standaard “uitbeendagen”. De varkens worden al vroeg geleverd, de koeien hangen intussen te wachten tot ze klaar zijn en het hun beurt is.


Elk deel van het dier krijgt hier bij aanvang al een speciale bestemming, we gaan voor zo weinig mogelijk verlies. De varkensbuiken zijn perfect voor langzaam garen, roken of het maken van pancetta, terwijl de koppen transformeren in kipkap, boerenkop of zwarte pens. De ruggen worden vakkundig omgetoverd tot koteletten en mignonettes. Na de varkens zijn de runderen aan de beurt, waarbij wekelijks meerdere voor- en achterkwartieren worden verwerkt tot stoofvlees, hamburgers of malse biefstuk. De conters krijgen een plekje in onze dry-aged kamer zodat ze nog een beetje verder kunnen rijpen en later de pronkstukken in de toog kunnen worden.
Het uitbenen is een kunst op zich, een ambachtelijk proces zonder automatisering waar we enorm trots op blijven. Met een team van 4 of 5 personen zijn we de hele dag bezig tegen een stevig tempo om onze klanten de beste kwaliteit te bieden. Werkendag!


Bij Slagerij Ceursters is uitbenen meer dan alleen het snijden van vlees. Het is een ambacht waarbij elk deel van het dier wordt gerespecteerd en gebruikt. Dit zorgt ervoor dat we onze klanten niet alleen de beste kwaliteit bieden, maar ook bijdragen aan een duurzamere vleesconsumptie. Dat is win-win!